Verschillen cao’s beveiliging
Opmerkingen vooraf
Uiteraard verschilt de werkingssfeer van elk van de cao’s. In alle drie de cao’s zijn ook uitzonderingen op de werkingssfeer opgenomen. Los van deze verschillen, staan in onderstaande tabel de verschillen tussen de cao’s die direct van toepassing kunnen zijn op de arbeidsvoorwaarden van een beveiliger.
De onderstaande tabel geeft de kern van de verschillen (dus niet de integrale teksten) tussen de drie cao’s aan. Sommige details in een cao kunnen van invloed zijn op het exacte antwoord op de vraag of de arbeidsvoorwaarden in de ene cao minimaal gelijkwaardig zijn aan de arbeidsvoorwaarden in de andere cao. Bij het uitbrengen van een advies of een nieuwe arbeidsovereenkomst minimaal gelijkwaardig is aan de vorige arbeidsovereenkomst is het dus zaak om de desbetreffende cao-teksten tot in detail te analyseren.
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS |
Dienst | De aaneengesloten periode waarbinnen de werknemer arbeid verricht. De periode kan onderbroken worden door ten hoogste één of meerdere onbetaalde pauzes van tezamen maximaal 1 uur, waarin de werknemer vrij over zijn tijd kan beschikken. | De aaneengesloten periode waarbinnen de werknemer arbeid verricht. De periode kan onderbroken worden door ten hoogste één onbetaalde pauze van maximaal 1 uur, waarin de werknemer vrij over zijn tijd kan beschikken. |
Fulltimer | De werknemer die conform zijn arbeidsovereenkomst 152 uur per loonperiode arbeid verricht. | De werknemer die conform zijn arbeidsovereenkomst gemiddeld 40 uur per week arbeid verricht (173.33 uur per loonperiode). Per 1 januari 2021 zal de gemiddelde arbeidsduur teruggebracht worden naar 39 uur per week (169 uur per loonperiode). Per 1 januari 2022 zal de gemiddelde arbeidsduur teruggebracht worden naar 38 uur per week (164,67 uur per loonperiode). |
Loonperiode | Een periode van 4 aangesloten weken waarover loon aan de werknemer wordt uitbetaald. | Het tijdvak waarover aan de werknemer het loon wordt uitbetaald is één kalendermaand. |
Looptijd | – | De tijd vanaf het moment van afsturen naar een positie tot aanvang van de statijd en de tijd vanaf einde van die statijd tot de aanvang van de daaropvolgende statijd of tot de aankomst in lounge/personeelsruimte. |
Min-max-contract | – | – |
Nachtdienst | Een dienst waarvan meer dan een uur arbeid wordt verricht tussen 00.00 en 06.00 uur. | Een dienst waarvan de uren tussen 0.00 uur en 06.00 uur geheel of gedeeltelijk zijn inbegrepen. NB: kan dus minder dan een uur zijn. |
Pauze | Een onderbreking van minimaal een kwartier en maximaal 1 uur waarin de werknemer vrij over die tijd kan beschikken. | Een onderbreking van minimaal een kwartier en maximaal 1 uur waarin de werknemer vrij over die tijd kan beschikken. Pauze is exclusief looptijd. |
Week | Van zondag 00:00 uur tot zaterdag 24:00 uur. | Van maandag 00.00 uur tot zondag om 24.00 uur. |
Ziektegeld | Het loon als bedoeld in artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek. Voor de fulltimer wordt het ziektegeld betaald over 152 uur per loonperiode. Voor de parttimer wordt het aantal uur waarover ziektegeld moet worden betaald gebaseerd op de gemiddelde arbeidstijd per dag over de 52 weken voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid, tenzij het aantal contractuele uren hoger is. | Het loon van de werknemer alsof hij niet arbeidsongeschikt zou zijn vermeerderd met de in de voorgaande 3 loonperioden verdiende gemiddelde onregelmatigheidstoeslag. De gemiddelde onregelmatigheidstoeslag wordt berekend door de som van de toeslag bijzondere uren, feestdagentoeslag, toeslag in het vakantieloon, toeslag in het ziektegeld en het structurele overwerk (inclusief overwerktoeslag) te delen door het aantal arbeidsuren Adv-uren tellen in dit kader niet mee als arbeidsuren. Voor de parttimer wordt het aantal uur waarover ziektegeld moet worden betaald gebaseerd op de gemiddelde arbeidstijd per dag over de 6 loonperioden voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid, tenzij het aantal contracturen uren hoger is. |
Keuzesysteem arbeidsvoorwaarden | Artikel 8 • Kan op ondernemingsniveau geregeld worden. • Bronnen: o Bovenwettelijke vakantiedagen o Extra vakantiedagen in verband met lengte dienstverband (artikel 64) o Seniorendagen zoals bedoeld in artikel 80. • Verkopen bovenwettelijke vakantiedagen desbetreffende jaar opgebouwd en extra vakantiedagen in verband met lengte dienstverband. • Mogelijkheid om per jaar 18 extra vakantiedagen te kopen. Deze vakantiedagen moeten dan wel in hetzelfde jaar opgenomen worden. Lukt dat niet dan worden de dagen aan het einde van het jaar weer uitbetaald tegen de aanschafwaarde. De extra gekochte dagen neemt de werknemer als eerste op. • Voor parttimers geldt de aantallen te kopen en verkopen dagen naar rato. | Artikel 8 • Kan op ondernemingsniveau geregeld worden. • Bronnen: o Bovenwettelijke vakantiedagen o Extra vakantiedagen in verband met lengte dienstverband (artikel 64) o Seniorendagen o ADV-dagen • Geen mogelijkheid tot verkoop vakantiedagen. • Mogelijkheid om 5 extra vakantiedagen te kopen. • Voor parttimers is waarde vakantiedag naar rato. |
Uitzendkrachten / payrollers | Artikel 9 • Samengevat komt het er op neer dat arbeidsvoorwaarden cao ook van toepassing zijn op uitzendkracht / payroller. • Ten hoogste 20% van het vaste personeelsbestand van werkgever mag bestaan uit uitzendkrachten en/of payrollers. | Artikel 9 • Dezelfde inhoud als cao PB, met toevoeging dat ook adv van toepassing is op de uitzendkracht / payroller. • Dezelfde inhoud als cao PB. |
Ongevallen verzekering | Artikel 10 • Werkgever is verplicht een collectieve ongevallenverzekering met een 24-uurs-dekking af te sluiten voor alle werknemers bij hem in dienst. Werknemer heeft in geval van een ongeval recht op een eenmalige uitkering van: o Ten minste 1x jaarloon bij overlijden o Ingeval van algehele blijvende invaliditeit maximaal 1,5x jaarloon. o Jaarloon is 13 loonperioden volgens de definitie van ziektegeld, vermeerderd met 8% vakantietoeslag. | Artikel 10 • Werkgever is verplicht een collectieve ongevallenverzekering met een 24-uurs-dekking af te sluiten voor alle werknemers bij hem in dienst. Werknemer heeft in geval van een ongeval recht op een eenmalige uitkering van: o Ten minste 2x jaarloon bij overlijden o Ingeval van algehele blijvende invaliditeit maximaal 3x jaarloon. o Jaarloon is 12 loonperioden volgens de definitie van vakantieloon, vermeerderd met vakantietoeslag. |
Aangaan arbeids overeenkomst | Artikel 12 • Bij aangaan arbeidsovereenkomst geldt de wettelijke proeftijd. Voor de aspirant-beveiliger geldt een wederzijdse proeftijd van twee maanden. | Artikel 12 • Dezelfde inhoud als cao PB |
Parttime arbeids overeenkomst | Artikel 13 Vast model of groeimodelBij vast model is arbeidsduur niet meer dan overeengekomen arbeidsduur. Bij een groeimodel kan werknemer niet verplicht worden tot overschrijding van uren voor fulltimer.Werknemer mag keuze wijzigen. Van groeimodel naar vast model alleen per loonperiode 1 en loonperiode 7.Als werknemer in aaneengesloten periode van 13 weken meer uren maakt dan contracturen, dan kan werknemer verzoeken contracturen te verhogen naar gemiddelde over die 13 weken. Werkgever moet aan dat verzoek gevolg geven. Loonperioden 7, 8, 9 en 13 zijn bij de telling uitgesloten, maar er vindt wel doortelling plaats. | Artikel 13 Dezelfde inhoud als cao PB, met dien verstande dat bij verzoek verhoging contractduur loonperioden 7, 8, 9 en 12 zijn uitgesloten bij de telling. |
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | ||
Afroepovereenkomst | Artikel 14 • Artikel BW 7:628 geldt voor de eerste zes maanden van de afroepovereenkomst niet voor de uren waarop geen arbeid is verricht. • Als afroepovereenkomst ten minste 13 weken heeft geduurd, kan afroeper, indien hij in een volgende aaneengesloten periode van 13 weken structureel gemiddeld minimaal 5 uur heeft gewerkt, zijn contract omzetten in een parttime overeenkomst (vast model of groeimodel). Daarvoor gelden verder dezelfde bepalingen als voor parttimer (zie artikel 13) | Artikel 14 • Artikel BW 7:628 geldt niet voor de uren waarop geen arbeid is verricht. • Dezelfde voorwaarden als in cao PB en verder overeenkomstig de bepalingen in cao G4S AS voor parttimer (artikel 13). | ||
Stage / stagiair BBL-er / aspirant | Artikel 15 • De BBL wordt beschouwd als aspirant beveiliger. De aspirant-beveiliger sluit een arbeidsovereenkomst met een werkgever. | Artikel 15 Dezelfde inhoud als cao PB. Maar niet alleen van toepassing op BOL, maar ook op BBL ers. • De status van een BBL-er is in de cao G4S AS wat vaag. Artikel 15 lijkt ook van toepassing op de BBL-er, maar de BBL-er lijkt ook hier te worden beschouwd als aspirant-beveiliger. Een aspirant beveiliger sluit een arbeidsovereenkomst met werkgever. | ||
Aanpassing arbeidsduur | Artikel 16 Werknemer kan zijn fulltime contract laten omzetten in een parttime contract. | Artikel 16 Dezelfde inhoud als cao PB. | ||
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | ||
Beëindiging en opzegtermijnen | Artikel 17 • Opzegtermijn bij contract voor onbepaalde tijd is twee loonperioden, zowel voor werknemer als werkgever. • Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds opgezegd worden. Indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan 2 jaar, is de opzegtermijn een maand (!). In overige gevallen is de opzegtermijn twee maanden (!). Opzegging kan geschieden tegen elke dag. | Artikel 17 Dezelfde inhoud als cao PB, met als aanvulling dat het bepaalde in artikel 7:670 lid 1 BW (opzegging tijdens arbeidsongeschiktheid) niet van toepassing is op de werknemer met een AOW-uitkering. | ||
Schorsing | Artikel 18 • De schorsing kan maximaal 7 dagen duren. | Artikel 18 • De schorsing kan maximaal 14 dagen duren. | ||
Arbeidsduur verkorting | Artikel 20 Geen reguliere adv meer (nog wel seniorendagen) in cao PB. Daarom in 2013 uurloon eenmalig met 5,25% verhoogd. | Artikel 20 Werknemers van G4S AS hebben wel ADV dagen. De bepalingen daarover staan in artikel 20 beschreven. | ||
Inroosteren | Artikel 21 en artikel 23 lid 1 • Iedere donderdag deelt werkgever het rooster mede voor een periode van 28 dagen (voortschrijdend systeem). • Per loonperiode maximaal 20 tijdvakken en/of arbeidstijd. • Voor de parttimer vast model is de totale omvang van tijdvakken en/of arbeidstijd gelijk aan het parttimepercentage * 200. • Per loonperiode minimaal 8 roostervrije dagen, waarvan minimaal 2 periodes van twee aangesloten roostervrije dagen. Daarvan is er weer minimaal 1 een weekend. • Werknemer recht op voorkeur uitspreken voor de roostervrije dagen. Dat moet hij uiterlijk 35 dagen voorafgaande van de loonperiode schriftelijk doen. Indien werkgever niet binnen 7 dagen verzoek schriftelijk en gemotiveerd (op basis van artikel 65 lid 6), wordt de aanvraag geacht te zijn toegekend. • Iedere donderdag deelt de werkgever de diensten van de daaropvolgende week mede aan de werknemer. Indien de dienst is aangezegd, vervalt het tijdvak. | Artikel 21 • Een deel van de roosterafspraken niet in cao, maar afgesproken met OR. Bij G4S AS vullen de werknemers de voorkeuren voor hun diensten/tijdvakken aan voortschrijdend 6 weken vooruit. Volgens ongeschreven regel is het de bedoeling dat de planning minimaal 75% van de voorkeuren honoreert. • Geen bepaling over aantal tijdvakken per roosterperiode. • Hetzelfde als in de cao PB. • Geen bepaling over voorkeur roostervrije dagen. Maar zit min of meer inbegrepen in het zelfroosteren van medewerkers (zie eerste punt). • Geen bepaling hierover in cao. Maar in de praktijk werkt het wel zo, conform roosterafspraken gemaakt tussen G4S AS en de OR. | ||
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS |
Wijzigen rooster | Artikelen 22 t/m 24 • Indien na bekendmaken rooster op donderdag werkgever en werknemer overeenstemming bereiken over wijziging van rooster waardoor deze buiten het reeds eerder aangezegde tijdvak en/of arbeidstijd valt, ontvangt de fulltimer een verschuivingstoeslag. • Werkgever kan per jaar 8x zonder instemming van fulltimer (NB: zogenaamde jokerdag) tijdvakken en/of arbeidstijd verschuiven, dan wel de fulltimer verplichten 168 uur per loonperiode te werken. Het gaat niet om een kalenderjaar, maar om voortschrijdend binnen een jaar. Een parttimer met een groeimodel kan niet worden verplicht om een extra dienst te werken. • De fulltimer kan maximaal 4 dagen aanwijzen waarop de werkgever geen jokerdag kan inzetten. Als de fulltimer hiervan gebruik wil maken, geeft hij dit 28 tot 21 dagen voorafgaand aan het desbetreffende tijdvak en/of arbeidstijd aan. | Artikel 21 lid 4 • Verschuivingstoeslagen en jokerdagen komen niet voor bij G4S AS. Dat heeft te maken met het gedeeltelijk zelfroosteren van de medewerkers. • De werkgever kan de werknemer niet verplichten werkzaamheden te verrichten op een eerder vastgestelde roostervrije dag. |
Overwerk | Artikel 25 • De werknemer is verplicht overwerk te verrichten, indien dat in het belang van de onderneming noodzakelijk is. Daarbij geldt een maximum aantal arbeidsuren van 160 per loonperiode. • Het is overwerk wanneer de werknemer meer dan 152 uur per loonperiode arbeid verricht. • Werknemer hoeft alleen op basis van vrijwilligheid langer dan 10 uur per dienst te werken. Dit is dan niet per definitie overwerk. Wel is in dat geval de verschuivingstoeslag van toepassing. • De parttimer kan niet verplicht worden tot overwerk. | Artikel 22 • De werknemer is verplicht overwerk te verrichten, indien dat in het belang van de onderneming noodzakelijk is. Daarbij geldt een maximum aantal arbeidsuren van 176 per vier weken. • Arbeidsuren worden als overwerk aangemerkt indien deze: o Meer dan 160 uur per roosterperiode bedragen en/of o De dienst of gebroken dienst een arbeidstijd van 9 uur overschrijdt. • De parttimer kan niet verplicht worden tot overwerk. |
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS |
Minuren | Artikel 26 • Indien een werknemer in een loonperiode minuren heeft, kan hij worden verplicht deze minuren in een latere loonperiode in te halen. • Per loonperiode bedraagt het aantal minuren maximaal 24. • De totale omvang van het aantal minuren bedraagt maximaal 80. Vanaf loonperiode 1 2019 zal het maximum aantal op te bouwen minuren elk jaar per jaar met 10 worden verminderd totdat een maximum van 40 is bereikt. • Er is geen vervaldatum voor eens opgebouwde minuren. • Een parttimer hoeft minuren alleen op vrijwillige basis in te halen. • Bij einde dienstverband zijn minuren voor rekening werkgever (toelichting in FAQ op blz. 136). | Artikel 36 lid 5 en lid 6 • Geen grens aan opbouw overloopuren per loonperiode en aan totaal. • De overloopuren dienen door werknemer in maximaal 13 weken gewerkt te worden. Vervaldatum is dus 13 weken na loonperiode dat overloopuren zijn ontstaan. • Parttimer met vast model kan de facto niet worden verplicht overloopuren in te halen. Want overloopuren is per definitie overwerk. En parttimer kan niet worden verplicht tot overwerk. • Parttimer met groeimodel kan de facto worden verplicht tot inhalen overloopuren tot aan fulltimenorm. • Fulltimer kan de facto per roosterperiode maximaal 16 overloopuren inhalen, vanwege bepalingen maximum arbeidsduur. In combinatie met de Arbeidstijdenwet zijn de facto de overloopuren voor fulltimer daarmee begrensd op 64 overloopuren. Want meer uren kunnen niet voor vervaldatum worden ingehaald. • Bij einde dienstverband worden overloop-uren verrekend met het salaris. Dit kunnen er in theorie dus veel meer dan de de-factogrens van 64 zijn. |
Medewerker algemeen reserve | Artikel 27 | De cao G4S AS kent geen medewerker algemeen reserve. |
Maximum arbeidstijd | Artikel 28 De maximaal te werken uren: • 10 uur per dienst (werkgever kan in overeenstemming met de vakbonden hiervan afwijken); • 60 uur per week; • Gemiddeld 55 uur per week in elke periode van 4 achtereenvolgende weken; • Gemiddeld 48 uur per week in elke periode van 16 achtereenvolgende weken. | Artikel 26 De maximaal te werken uren: • 10 uur per dienst; • 60 uur per week (NB: niet expliciet in artikel 26 opgenomen trouwens, maar is volgens Arbeidstijdenwet). • Gemiddeld 50 uur per week in elke periode van 4 achtereenvolgende weken; • Gemiddeld 45 uur per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. |
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS |
Maximum arbeidstijd bij overwerk | Artikel 29 Afwijking van artikel 28 is alleen toegestaan in geval dat overwerk door een onvoorziene wijziging van omstandigheden die incidenteel en niet-periodiek is, of als de aard van de arbeid, incidenteel en voor korte tijd, dit noodzakelijk maakt. | Artikel 28 Dezelfde tekst als cao PB. |
Dagelijkse onafgebroken rusttijd | Artikel 30 • De werknemer heeft recht op een dagelijkse onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uur in een periode van 24 uur. • In afwijking van de Arbeidstijdenwet is het niet toegestaan deze rusttijd in te korten. | Artikel 24 • De werknemer heeft recht op een dagelijkse onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uur in een periode van 24 uur. • Deze rusttijd mag 1x per periode van 7 maal 24 uur door de werkgever tot 8 uur worden ingekort. |
Wekelijke onafgebroken rusttijd | Artikel 31 • De werknemer heeft recht op een wekelijkse onafgebroken rusttijd van: o Ten minste 36 uren in elke periode van 7 maal 24 uur, of o Ten minste 72 uren in elke periode van 14 maal 24 uren, • Deze rusttijd mag worden opgesplitst in periode van minimaal 32 uur. | Artikel 23 • De werknemer heeft recht op een wekelijkse onafgebroken rusttijd van ten minste 36 uren in elke periode van 7 maal 24 uur. • Deze rusttijd mag 1x per periode van 5 elkaar opvolgende weken door de werkgever tot 32 uur worden ingekort. |
Zondagarbeid | Artikel 32 Werknemer heeft recht op ten minste 16 vrije zondagen per jaar waarop geen arbeid wordt verricht. | Artikel 25 Dezelfde tekst als in cao PB. |
Nachtdienst | Artikel 33 Inhoud m.b.t. nachtdiensten in de drie cao’s gelijk, behalve: • Maximale duur nachtdienst is 9 uur. • Werknemer kan aangeven geen bezwaar te hebben om langer te werken dan 9 uur bij nachtdienst die aanvangt tussen 00:00 en 06:00 uur. • In elke periode van 16 aaneengesloten weken waarin werknemer 16 of meer keer arbeid in een nachtdienst verricht, bedraagt de arbeidstijd in die periode van 16 weken gemiddeld 40 uur per week. • De werknemer heeft na een nachtdienst die eindigt na 02:00 uur recht op een onafgebroken rusttijd van ten minste 14 uur. In afwijking van de Arbeidstijdenwet is het niet toegestaan deze rusttijd in te korten. | Artikel 27 Inhoud m.b.t. nachtdiensten in de drie cao’s gelijk, behalve: • Maximale duur nachtdienst is 9 uur. • Geen bepaling dat werknemer kan aangeven geen bezwaar te hebben tegen langere nachtdienst. • De werknemer die nachtdienst verricht heeft een arbeidstijd van gemiddeld 40 uur per week in elke aaneengesloten periode van 13 weken. • De werknemer heeft na een nachtdienst die eindigt na 02:00 uur recht op een onafgebroken rusttijd van ten minste 14 uur. Deze rusttijd mag door de werkgever eenmaal per periode van 7 maal 24 uur worden ingekort tot 8 uur (exclusief reistijd). |
Pauze | Artikel 34 • Indien de arbeidstijd per dienst meer dan 5,5 uur maar niet meer dan 8 uur bedraagt, heeft de werknemer recht op een ononderbroken pauze van ten minste een half uur. • De werknemer die beveiligingswerkzaamheden verricht zonder enig direct contact met een andere werknemer die vergelijkbare werkzaamheden verricht, heeft als enige geen recht op pauze. Ter compensatie heeft hij recht op een maximale arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week in elke periode van 16 achtereenvolgende weken. | Artikel 29 Dezelfde inhoud als cao PB, behalve: • De werknemer die beveiligingswerkzaamheden verricht zonder enig direct contact met een andere werknemer die vergelijkbare werkzaamheden verricht, heeft als enige geen recht op pauze. Ter compensatie heeft hij recht op een maximale arbeidsduur van gemiddeld 40 uur per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. |
Consignatie | Artikel 35 • De werknemer mag maximaal gemiddeld 45 uur per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken arbeid verrichten. • Indien de consignatie geheel of gedeeltelijk tussen 00:00 en 06:00 uur is opgelegd, mag de werknemer maximaal gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken arbeid verrichten. | Artikel 32 Dezelfde inhoud als de cao PB. |
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | |
Dienstruiling op verzoek | Artikel 36 Dienstruiling op initiatief van de werknemer vereist de instemming van de werkgever en kan geen aanspraak tot gevolg hebben op een vergoeding (ander dan de vergoeding voor bijzondere uren) waarop zonder dienstruiling geen aanspraak zou bestaan. | Artikel 34 Dezelfde tekst als cao PB. | |
Salarisschalen | Artikel 39 • De werknemer die met de werkgever een praktijkovereenkomst in het kader van de Wet Educatie Beroepsonderwijs heeft afgesloten ontvangt de eerste 4 weken van de opleiding een basissalaris van 50% van het in de salarisschalen vermelde basissalaris. Na afloop van de 4 weken wordt dit verhoogd naar 100%. | Artikel 38 Dezelfde tekst als cao PB | |
Toepassing van de salarisschalen | Artikel 40 Geen aanloopschalen. | Artikel 39 Dezelfde inhoud als cao PB | |
Loonsverhoging NB: tekst met betrekking tot 2019 en eerder voor deze vergelijking buiten beschouwing gelaten. | Artikel 4 • Op de eerste dag van de eerste loonperiode van 2020, 2021, 2022 en 2023 worden telkens zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 2,5%. • De loonstijging bedraagt in de periode 2020-2023 ten minste 2,5% of de stijging van de CPI als deze hoger is. De referteperiode voor de CPI is 1 oktober tot en met 30 september van het voorgaande jaar. | Artikel 41 • Op de eerste dag van de eerste loonperiode in 2020 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen verhoogd met 2,6%. | |
Eindejaarsuitkering | Artikel 42C • De werknemer die in loonperiode 12 van enig jaar in dienst is van de werkgever, ontvangt een structurele eindejaarsuitkering van 2,01%. • De uitkering wordt uitbetaald in loonperiode 12 (met de loonbetaling over periode 11, ongeveer een week na einde loonperiode 11). • De uitkering wordt berekend over het basissalaris plus vakantiebijslag over de arbeidstijd exclusief overwerk over de voorafgaande 13 loonperiodes. • Voor werknemers met een voorovereenkomst wordt de eindejaarsuitkering in het uurloon van de werknemer opgenomen als volgt: uurloon maal 1,08 maal 2,01%. | Artikel 42 • De werknemer die op 1 november van enig jaar in dienst van de werkgever, ontvangt een structurele eindejaarsuitkering van 2,01% over 12 maal het basissalaris plus vakantietoeslag. • De uitkering wordt betaald in november. • Voor de bepaling van het basissalaris wordt gekeken naar het gemiddeld aantal daadwerkelijk gewerkte uren over de 52 weken (of 53 weken indien een kalenderjaar uit 53 weken bestaat) voorafgaand. • Dit geldt ook voor werknemers met een afroepovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. | |
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS |
Functiewaarneming | Artikel 43 • De toeslag bedraagt: o € 0,16 (€ 0,16 per loonperiode 3 2019) bij waarneming van een functie die 1 salarisschaal hoger is ingedeeld; o € 0,36 (€ 0,36 per loonperiode 3 2019) bij waarneming van een functie die 2 salarisschalen hoger is ingedeeld; o € 0,61 (€ 0,61 per loonperiode 3 2019) bij waarneming van een functie die 3 of meer salarisschalen hoger is ingedeeld; o De toeslag wordt jaarlijks met ingang van loonperiode 3 geïndexeerd op basis van het CBS prijsindexcijfer afgeleid met als peildatum oktober. • De waarneming mag maximaal 6 maanden duren, waarna de werkgever een besluit tot bevordering of terugplaatsing moet nemen. • De werknemer die tijdelijk geplaatst wordt in een functie die in een lagere salarisschaal is ingedeeld, blijft in zijn oude salarisschaal ingedeeld. | Artikel 43 • Bij waarneming van organiek bepaalde functie in een hogere salarisschaal, bedraagt de toeslag per basisuurloon het verschil in basissalaris per uur tussen beide functies, bij een gelijk aantal periodieken. • De werknemer die tijdelijk geplaatst wordt in een functie die in een lagere salarisschaal is ingedeeld, blijft in zijn oude salarisschaal ingedeeld. |
Beloning bijzondere uren | Artikel 44 | Artikel 44 Dezelfde tekst als in de cao PB. |
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | ||
Beloning vroege opkomst | – | Artikel 45 Indien de werknemer een dienst aanvangt tussen 00:00 uur en 05:30 uur, geldt voor deze werknemer een extra bruto toeslag van 35% van diens basissalaris over de gewerkte uren, gerekend tot 06:00 uur. | ||
Beloning feestdagen | Artikel 45 • De werknemer die arbeid verricht op een feestdag, heeft recht op een toeslag op het basisuurloon van 50%. Naast deze toeslag blijft het eventuele recht op de toeslag bijzondere uren (artikel 44) bestaan. • De werknemer die arbeid verricht op een feestdag op basis van een afroepovereenkomst, heeft recht op een toeslag van 100% op het basisuurloon. De werknemer heeft in dat geval geen recht op de toeslag bijzondere uren (artikel 44). | Artikel 46 • De werknemer die arbeid verricht op een feestdag, heeft recht op een toeslag op het basisuurloon van 50%. Naast deze toeslag blijft het eventuele recht op de toeslag bijzondere uren (artikel 44) en toeslag vroege opkomst (artikel 45) bestaan. • De werknemer die arbeid verricht op een feestdag op basis van een afroepovereenkomst, heeft recht op een toeslag van 100% op het basisuurloon. De werknemer heeft in dat geval geen recht op de toeslag bijzondere uren (artikel 44) en geen recht op de toeslag vroege opkomst (artikel 45). | ||
Beloning overwerk | Artikel 46 De werknemer heeft over overwerk recht op een toeslag van 50% over het basisuurloon. | Artikel 47 Dezelfde inhoud als cao PB. Werkgever en werknemer kunnen echter overeenkomen dat overuren in vrije tijd worden gecompenseerd. In dat geval houdt de werknemer recht op de toeslag. | ||
Verschuivings-toeslag | Artikel 47 !!!! | De cao G4S AS kent geen verschuivingstoeslagen. Omdat de werknemers grotendeels zelf hun rooster samenstellen, komen verschuivingen van diensten niet tot zelden voor. | ||
Beloning eerder vastgestelde roostervrije dagen | Artikel 47 De cao PB kent geen aparte bepaling voor de situatie dat een dienst wordt ingedeeld op een eerder vastgestelde roostervrije dag. Als die situatie zich voordoet, dan gelden de bepalingen voor de verschuivingstoeslag. | Artikel 48 • Indien de werknemer arbeid verricht op een voor hem in een rooster vastgestelde roostervrije dag of op een vastgestelde adv-dag, heeft hij recht op een toeslag van 30% op het basisuurloon. • Indien de werkgever heeft verzuimd voldoende voorgeschreven roostervrije dagen in het rooster op te nemen en de werknemer verricht arbeid op meer dan 20 dagen in die loonperiode, dan heeft de werknemer recht op deze toeslag voor alle dagen boven de 20. Ook indien de werknemer de 8 roostervrije dagen feitelijk niet heeft genoten, heeft hij recht op deze toeslag. • Desgewenst kan de werknemer de gewerkte uren in vervangende vrije tijd opnemen met behoud van de toeslag. | ||
Tijd voor tijd | – | Artikel 50 • Op verzoek van de werknemer kan de uitbetaling van diensten met een minimum van 4 uren, die verricht worden op roostervrije dagen, dan wel aansluitend aan een reeds verrichte dienst, worden vervangen door bijschrijving in vrije tijd op de blauwe kaart. • In overleg met de werkgever kan de op de blauwe kaart geregistreerde vrije tijd worden opgenomen, waarbij doorbetaling van het salaris plaatsvindt. | ||
Minimum vergoeding bij dienst | aan de werknemer 3 basis-uurlonen met de daarop van toepassing zijnde reiskosten-vergoeding te verstrekken. • Indien een dienst wordt verricht die korter duurt dan 3 uur, niet zijnde een gebroken dienst, dan worden de werknemer toch 3 gewerkte uren berekend en betaald. Voor een gebroken dienst geldt dat 1 van de 2 dienstdelen minimaal 3 uur lang moet zijn. Indien dit niet het geval is, geldt dat voor 1 van de 2 dienstdelen toch 3 gewerkte uren berekend en betaald worden. | Artikel 21 lid 6 en lid 7 • – • Indien bij oproep door de werkgever en bij opkomst van de werknemer geen gebruik wordt gemaakt van zijn diensten, is de werkgever verplicht om aan de werknemer 4 basisuurlonen met de daarop van toepassing zijnde reiskosten en reistijdenvergoeding te verstrekken. • Indien een dienst wordt verricht die korter duurt dan 4 uur inclusief reisuren, niet zijnde een gebroken dienst, dan worden de werknemer toch 4 gewerkte uren inclusief reisuren berekend en betaald. Voor een gebroken dienst geldt dat 1 van de 2 dienstdelen minimaal 4 uur, inclusief reisuren, lang moet zijn. Indien dit niet het geval is, geldt dat voor 1 van de 2 dienstdelen toch 4 gewerkte uren berekend en betaald worden. | ||
Vereiste vaardigheden | – | Artikel 51 Een werknemer met een bepaalde diploma en/of vaardigheden kan recht hebben op een toeslag. Artikel 51 beschrijft de hoogte van deze toeslagen en welke voorwaarden er voor gelden. | ||
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | ||
Afbouwregeling | Artikel 51 • De volgende beloningselementen komen in aanmerking voor afbouw: o Bijzondere uren; o Structureel overwerk; o Toeslag algemene reserve. • De afbouwregeling gaat in indien het bruto-verschil tussen het oude en het nieuwe inkomen groter is dan € 22,69 bruto per loonperiode en nadat de hogere vaste inkomensstructuur ten minste 13 loonperioden voorafgaand aan de verandering heeft bestaan. | Artikel 52 • De volgende beloningselementen komen in aanmerking voor afbouw: o Bijzondere uren; o Toeslag vroege opkomst (artikel 45); o Structureel overwerk; o Toeslag vereiste vaardigheden (artikel 51). • De afbouwregeling gaat in indien het bruto-verschil tussen het oude en het nieuwe inkomen groter is dan € 24,58 bruto per loonperiode en nadat de hogere vaste inkomensstructuur ten minste 12 loonperioden voorafgaand aan de verandering heeft bestaan. (NB: bedrag van € 24,58 is hetzelfde als € 22,69, maar dan omgerekend naar een loonperiode van een maand, zoals die geldt bij G4S AS). | ||
Persoonlijke toeslag | – | Artikel 53 Medewerkers die op 31 december 2008 in dienst waren van G4S AS ontvangen een persoonlijke toeslag als compensatie van de harmonisatie van de vakantietoeslag. De persoonlijke toeslag is 0,2% van de grondslag van de vakantietoeslag, vanaf 1 januari 2009. | ||
Reisvergoeding | Artikel 52 • De werknemer heeft vanaf 9 kilometer recht op een reisvergoeding voor het woon-werk- en werk-woonverkeer. Deze vergoeding bedraagt per reisbeweging € 0,18 per kilometer over alle kilometers. • Vanaf 41 kilometer geldt per reisbeweging een aanvullende bruto reisvergoeding. Deze vergoeding bedraagt per reisbeweging € 0,16 per kilometer voor elke kilometer boven de 40. • Indien de werknemer op eigen initiatief en zonder toestemming van de werkgever verhuist naar een andere woonplaats dan waar hij woonde tijdens het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, is de werkgever niet verplicht een hogere reisverdoeding te betalen. Indien de werkgever de toestemming niet geeft, zal de hoogte van de reisvergoeding telkens worden vastgesteld vanuit de oude woonplaats van de werknemer. De aldus vastgestelde vergoedingen worden uitgekeerd overeenkomstig de regels van de belastingwetgeving. Dat wil zeggen dat daarbij wordt uitgegaan van de werkelijke woonplaats. • Indien de werkgever het bedrijfseconomisch noodzakelijk acht, kan hij bepalen dat de nieuwe woonplaats het uitgangspunt voor de reisvergoeding is. | Artikel 54 • De werknemer heeft recht op een reisvergoeding voor het woon-werk- en werk-woonverkeer. Deze vergoeding bedraagt per reisbeweging € 0,18 per kilometer over alle kilometers. • De werknemer die op een ander dan het voor hem gebruikelijke object diensten moet verrichten en waarbij de afstand tussen zijn woning en het object meer bedraagt dan 40 kilometer, ontvangt per reisbeweging een aanvullende bruto reisvergoeding. Deze vergoeding bedraagt per reisbeweging € 0,16 per kilometer voor elke kilometer boven de 40. • Over het declareren van de parkeerkosten zijn de bepalingen gelijk aan de cao PB. Aanvullend geldt echter: o Indien het openbaar vervoer niet toereikend is bij aanvang van een vroege en/of late dienst en de werkgever is aangewezen op eigen vervoer, vergoedt de werkgever de parkeerkosten. De werknemer moet gebruik maken van de door werkgever aangewezen parkeervoorziening op de luchthaven. Indien de werknemer verplicht is een maandabonnement te nemen, dan wordt het verplichte maandabonnement volledig vergoed. De werkgever kan ook een alternatief bieden indien de kosten hiervan volledig door de werkgever vergoed worden. • Reiskosten woon-werkverkeer worden vergoed op basis van het feitelijke woonadres, waarbij een maximum van 40 km per enkele reis. Uitzondering geldt voor de werknemers die bij indiensttreding voor 31-12-2018 een enkele reisafstand hadden van meer dan 40 km enkele reis en deze afstand boven de 40 km ook vergoed werd. Deze vergoeding blijven betreffende medewerkers houden waarbij een maximum geldt van de huidige woon werkafstand (peildatum 31-12-2018). | ||
Maaltijdvergoeding | Artikel 53 • De werknemer heeft op declaratiebasis recht op een maaltijdvergoeding van maximaal € 9,27 (per loonperiode 3 2019). • De vergoeding wordt jaarlijks met ingang van loonperiode 3 geïndexeerd op basis van het CBS prijsindexcijfer afgeleid met als peildatum oktober. Er wordt rekening gehouden met de maximale fiscale mogelijkheden. | Artikel 55 Dezelfde inhoud als cao PB, met als aanvulling: • De medewerkers die nu recht heeft op de persoonlijke toeslag van artikel 52 lid 2 sub b uit de cao G4S AS tot juli 2018, heeft een keuze gemaakt tussen die persoonlijke toeslag (vaste maaltijdvergoeding) of een vergoeding op declaratiebasis zoals vermeld in dit artikel. | ||
Consignatie vergoeding | Artikel 55 • De werknemer aan wie een consignatie zoals bedoeld in artikel 35 is opgelegd, heeft recht op een consignatievergoeding van: o € 1,12 (per loonperiode 3 2019) per uur; o € 2,23 (per loonperiode 3 2019) per uur tussen zaterdag 00:00 en zondag 24:00 uur en feestdagen. • De werknemer die anders dan in consignatie bereikbaar moet zijn om telefonisch opvolging te kunnen geven in het kader van te nemen actie, heeft recht op een vergoeding van € 55,82 (per loonperiode 3 2019) bruto per loonperiode. • Deze vergoeding wordt jaarlijks met ingang van loonperiode 3 geïndexeerd op basis van het CBS prijsindexcijfer afgeleid met peildatum oktober. | Artikel 57 Dezelfde inhoud als cao PB. | ||
Hondenvergoeding | Artikel 56 • De werknemer die beveiligingsdiensten moet verrichten met een hond ontvangt een bruto toeslag van € 89,67 (per loonperiode 3 2019) per loonperiode. • De werkgever verstrekt daarnaast een vergoeding van € 112,09 (per loonperiode 3 2019) netto per loonperiode voor alle kosten waar onder aanschaf van de hond, huisvesting, voer, dierenarts, verzorgingsmiddelen, trainingsmateriaal en lidmaatschappen. Deze vergoeding bedraagt € 67,25 (per loonperiode 3 2019) per loonperiode als de werkgever eigenaar is van de hond. • De werkgever kan er voor kiezen de netto kostenvergoeding te laten vervallen. De werknemer heeft dan recht op een vergoeding op declaratiebasis voor het werken met de hond tegen inlevering van BTW-bonnen voor alle kosten. • Indien de werknemer extra kosten moet maken voor het vervoer van de hond, worden deze kosten door de werkgever op declaratiebasis vergoed tot het maximaal fiscaal toegestane. • De werkgever moet op verzoek van werknemers die met een hond diensten verrichten trainingsfaciliteiten in de nabijheid van hun woonplaats regelen. • De opleidingstijd van de voor de functie-uitoefening noodzakelijke en verplichte trainingen, gelden als arbeidsuren. Als noodzakelijk wordt in dit kader aangemerkt gemiddeld 11 uur per loonperiode. • De kosten van de voor de functie uitoefening noodzakelijke trainingen worden vergoed. • Werkgever vergoedt de kosten van schade en/of letsel tijdens werktijd en/of woon-werkverkeer volledig. • Werkgever verstrekt een lening voor aanschaf van de hond waarmee de beveiligingsdiensten worden verricht met een terugbetalingstermijn van 8 jaar. Bij vroegtijdig overlijden van de hond neemt de werkgever de resterende lening van de werknemer over. • De in dit artikel genoemde toeslagen worden jaarlijks met ingang van loonperiode 3 geïndexeerd conform het prijsindexcijfer afgeleid met als peildatum oktober. • Bij beëindiging van beveiligingswerk met de hond is op de brutotoeslag in lid 1 de afbouwregeling van artikel 51 van toepassing | – | ||
Stomerijvergoeding | Artikel 57 • De werknemer heeft ten minste 1 keer per 4 weken recht op een vergoeding op declaratiebasis van de kosten van het chemisch reinigen van zijn uniformkleding. | Artikel 58 • De werknemer heeft recht op een vergoeding van de kosten van het chemisch reinigen van zijn uniformkleding, conform stomerijkaart van Ticket Clean Way of minimaal 1 maal per 4 weken. | ||
Jubileumvergoeding | Artikel 54 • Werkgevers die reeds een andere regeling kennen, kunnen op verzoek dispensatie krijgen mits de bestaande regeling materieel ten minste overeenkomt met de cao-verplichting. | Artikel 60 Inhoudelijk hetzelfde als cao PB | ||
Terugbetaling studiekosten verplichte opleiding | Artikel 61 | Artikel 62 Dezelfde inhoud als cao PB | ||
Vrijwillige opleiding / Leerbudget | Artikel 62 Vrijwillige opleiding • Indien de werkgever daarmee schriftelijk instemt, kan de werknemer op eigen verzoek een bedrijfs- of bedrijfstakopleiding volgen. Indien de werkgever niet akkoord gaat met een dergelijk verzoek, zal hij de afwijzing schriftelijk motiveren. • Individuele afspraken over het volgen van opleidingen en de daarmee gepaard gaande kosten moeten in een schriftelijke studieovereenkomst vastgelegd worden. | Artikel 63 Vrijwillige opleiding Dezelfde inhoud als cao PB | ||
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | ||
EHBO/BHV | Artikel 63 • Werknemers die op 1 januari 2003 in het bezit zijn van een EHBO- of BHV diploma, zullen in de gelegenheid gesteld worden hun diploma in stand te houden. • Werknemers kunnen door de werkgever verplicht worden een EHBO- of BHV diploma te halen. In dat geval wordt het behalen van het diploma gezien als een verplichte opleiding. • Werknemers die vrijwillig het EHBO diploma willen halen en geldig willen houden, worden hiervoor door de werkgever in de gelegenheid gesteld. Het volgen van de cursus en/of herhalingslessen wordt niet gezien als arbeidstijd. De werkgever zal wel zoveel als mogelijk rekening houden met het inplannen van de werknemer. Ook de reiskosten worden in dit geval niet vergoed. | – | ||
Vakantierecht | Artikel 64 • De aanspraak van een fulltimer bedraagt in totaal 182,4 uur of 24 dagen per jaar. Dit betekent dat per 4 weken 1,85 vakantiedagen of 14,03 vakantie-uren worden opgebouwd. Voor bedrijven met een GWT-vergunning (NB: Geld en Waardetransport) geldt dat de aanspraak in totaal 190 uur of 25 dagen bedraagt. Dit betekent dat per 4 weken 1,92 vakantiedagen of 14,62 vakantie-uren worden opgebouwd. • In geval er geen dienst is ingeroosterd bedraagt: o 1 dag vakantie 7,6 uur; o 1 week vakantie 38 uur; o 4 weken vakantie 152 uur. • Op het moment dat er een dienst is ingeroosterd, bedraagt de vakantiedag de duur van de ingeroosterde dienst. • De parttimer heeft een vakantieaanspraak overeenkomstig de arbeidstijd per loonperiode. Het vakantierecht wordt opgebouwd over maximaal 152 uur per loonperiode. Op het moment dat een dienst is ingeroosterd, bedraagt de vakantiedag de duur van de ingeroosterde dienst. Als er nog geen dienst is ingeroosterd, dan wordt de duur van de vakantiedag bepaald naar rato van de arbeidsduur. • Voor de werknemer met een afroepovereenkomst wordt het recht op vakantiedagen per loonperiode omgezet in een geldelijke uitkering. Deze bedraagt over maximaal 152 uur per loonperiode 9,24% van het voor hem geldende loon. • Zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen vervallen na 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de dagen zijn opgebouwd. | Artikel 64 • De aanspraak van een fulltimer bedraagt in totaal 192 uur of 24 dagen per jaar. Dit betekent dat per loonperiode 2 vakantiedagen of € 16,00 vakantie-uren worden opgebouwd. • De parttimer heeft een vakantieaanspraak overeenkomstig de arbeidstijd per loonperiode. Het vakantierecht wordt opgebouwd over maximaal de fulltimenorm per loonperiode. • Voor de werknemer met een afroepovereenkomst wordt het recht op vakantiedagen per loonperiode omgezet in een geldelijke uitkering. Deze bedraagt over maximaal 152 uur per loonperiode 9,24% van het voor hem geldende loon. • Zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen vervallen na 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de dagen zijn opgebouwd. | ||
Onderwerp | Cao PB | Cao G4S AS | ||||
Vaststellen vakantierecht | Artikel 65 • De werknemer mag meer dan 3 weken aaneengesloten vakantie opnemen, mits deze vakantie wordt opgenomen in de periode van 1 januari t/m 30 juni van enig jaar of van 7 september t/m 30 november. • Indien de werknemer een meerdaagse vakantie heeft aangevraagd, moet de werkgever deze binnen 1 maand schriftelijk en gemotiveerd uitsluitsel geven. Indien de werknemer na 1 maand geen antwoord van de werkgever op zijn aanvraag heeft ontvangen, wordt de aanvraag geacht te zijn toegekend. • Indien de werknemer voor 1 januari vakantie heeft aangevraagd voor de daaropvolgende zomerperiode (de periode tussen 30 april en 1 oktober), moet de werkgever die aanvraag uiterlijk op 31 januari schriftelijk beantwoorden. Indien de werknemer op 1 februari geen antwoord van de werkgever op zijn aanvraag heeft ontvangen, wordt aanvraag geacht te zijn toegekend. Bij de toekenning van verlof (binnen een team) wordt binnen de onderneming een systematiek gehanteerd die er in resulteert dat het daadwerkelijk toekennen van de vakantie-aanvragen gebaseerd is op de mate van toekenning van eerdere vakantie-aanvragen. | Artikel 65 • De werknemer mag meer dan 3 weken aaneengesloten vakantie opnemen, mits deze vakantie wordt opgenomen in de periode van 1 januari t/m 30 april van enig jaar of van 1 november t/m 31 december. • Indien de werknemer buiten het verlofjaarplan een meerdaagse vakantie heeft aangevraagd, moet de werkgever deze binnen 1 maand schriftelijk en gemotiveerd uitsluitsel geven. Indien de werknemer na 1 maand geen antwoord van de werkgever op zijn aanvraag heeft ontvangen, wordt de aanvraag geacht te zijn toegekend. • De toekenning van vakantie vindt plaats aan de hand van een puntensysteem. Medewerkers die in enig jaar niet in de door hen aangevraagde periode op vakantie kunnen ontvangen punten voor het volgende vakantiejaar. De toekenning van het verlof in het volgende jaar geschiedt op basis van het aantal punten dat is opgebouwd. Bij een gelijk aantal punten wordt het verlof toegekend op basis van anciënniteit. | ||||
Loon tijdens vakantie | Artikel 66 • De waarde van de vakantiedagen die werknemer aan het einde van enig jaar nog niet heeft opgenomen worden vastgesteld. De waarde van deze vakantiedagen groeit niet mee met de loonontwikkeling van de werknemer. | Artikel 66 • De waarde van de vakantierechten wordt bepaald aan de hand van de definitie van vakantieloon (NB: Het loon voortvloeiend uit het basissalaris per uur, vermeerderd met de in de voorgaande 3 loonperioden verdiende gemiddelde ORT). De loonontwikkeling van de werknemer werkt wel door in de waarde van de vakantierechten. | ||||
Feestdagen | Artikel 67 • De werknemer heeft bij iedere feestdag die valt op een doordeweekse dag recht op een extra vakantietegoed zoals beschreven in artikel 67. • Bij de fulltimer of parttimer die op een doordeweekse dag geen arbeid verricht en niet roostervrij is, zal deze feestdag worden aangemerkt als vakantiedag. | Artikel 64 en artikel 65 Dezelfde inhoud als de cao PB. | ||||
Vakantiebijslag | Artikel 68 • De werknemer heeft uiterlijk in de maand juni recht op een vakantiebijslag van 8%. Deze wordt berekend over de in de loonperiode 5 van enig jaar tot en met loonperiode 4 verdiende salarisbestanddelen: o Basissalaris; o Meeruren; o Toeslag bijzondere uren inclusief toeslag in het ziektegeld; o Feestdagentoeslag; o Structureel overwerk (inclusief overwerktoeslag); o Overige vaste toeslagen | Artikel 67 • De werknemer heeft uiterlijk in de maand juni recht op een vakantiebijslag van 8%. Deze wordt berekend over de in het vakantiejaar (1 juni tot en met 31 mei) verdiende salarisbestanddelen: o Basissalaris; o Meeruren; o Toeslag bijzondere uren inclusief toeslag in het ziektegeld; o Feestdagentoeslag; o Structureel overwerk (inclusief overwerktoeslag); o Overige vaste toeslagen | ||||
Buitengewoon verlof en kort verzuim | Artikel 69 • Bij overlijden van familieleden: o Echtgeno(o)t(e), zijn levenspartner of van een tot het gezin behorend kind, pleegkind of stiefkind van de werknemer: het aantal dagen van de dag van overlijden t/m de dag van de begrafenis/crematie; o Eén der (schoon)ouders of een niet tot het gezin behorend kind, pleegkind of stiefkind van de werknemer, indien werknemer zorgdraagt voor alles dat met de begrafenis/crematie van doen heeft: het aantal dagen van de dag van overlijden t/m de dag van de begrafenis/crematie; o Eén der (schoon)ouders of een niet tot het gezin behorend kind, pleegkind of stiefkind van de werknemer: 2 dagen; o Op de dag van de begrafenis/crematie van (over)grootouders, (over)grootouders van de echtgeno(o)t(e), kleinkinderen, broers, zusters, schoonzoons, schoondochters, zwagers en schoonzusters: 1 dag. • Bij ondertrouw: 1 dag. • Bij 25-, 40-, 50-, 60- of 70-jarig huwelijksjubileum van de werknemer, diens ouders of schoonouders: 1 dag. • Gedurende kortdurend zorgverlof wordt het loon volledig doorbetaald voor tweemaal de wekelijkse arbeidstijd per jaar. • Bij doktersbezoek: o De noodzakelijk te verzuimen uren bij bezoek aan specialist (na verwijsbrief); o Bezoek aan huisarts, tandarts en therapeut moet zoveel mogelijk in vrije tijd van de werknemer plaatsvinden; indien dit onmogelijk is: de noodzakelijk te verzuimen uren. • Bij verhuizing: o Bij verhuizing van de werknemer, met een maximum van eens per 2 jaar: 1 dag; o Bij verhuizing van de werknemer als dit gebeurt op verzoek van werkgever: 2 dagen. • Bij examens: o Voor het afleggen van SVPB examens voor het diploma Beveiliger of Coördinator Beveiliger: 1 dag; o Voor examens van andere cursussen, die zijn gemeld aan en goedgekeurd door de werkgever: noodzakelijk te verzuimen uren. • In verband met vakbondsverlof: o Ten hoogste 8 kalenderdagen per jaar voor leden die deel uitmaken van één van de besturende organen van de vakbond of afgevaardigde van een afdeling is; o Ten hoogste 6 kalenderdagen per jaar voor lid van een vakbond; o Voor het volgen/bijwonen van de cao-onderhandelingen bijzonder verlof voor maximaal 3 kaderleden per vakorganisatie. • Bij uitoefening van het stemrecht, voor zover dit niet buiten de diensttijd heeft kunnen plaatsvinden: maximaal 2 uur. • Bij wettelijke of overheidsverplichtingen, onder de voorwaarden zoals in de cao beschreven: 1 dag. | Artikel 68 Dezelfde tekst als cao PB. | ||||
Ziekte en arbeids ongeschiktheid: Uitkering bij dienstverband korter dan 13 loonperioden | • Eerste ziektedag geldt als wachtdag, behalve als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een bedrijfsongeval of beroepsziekte, bij zwangerschap of bevalling, orgaandonatie of ziekte van een arbeidsgehandicapte werknemer. | Artikel 70 Analoge inhoud aan cao PB. | ||||
Ziekte en arbeids ongeschiktheid: Uitkering bij dienstverband van 13 loonperioden of langer | Artikel 72 • Doorbetaling van het loon (gemaximeerd op max SV-loon): o Gedurende de eerste 6 maanden: 100%; o Gedurende de tweede 6 maanden: 90%; o Gedurende het tweede ziektejaar: 85%. • Gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers die in hun derde en vierde ziektejaar onder de 35-80% WGA regeling vallen, hebben recht op een loonsuppletie van 10% op hun loongerelateerde uitkering. | Artikel 71 Analoge inhoud aan cao PB. | ||||
Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)-premie | – | Artikel 77 De verdeling van de WGA-premie bedraagt 50-50%, rekening houdend met het jaarlijks door de overheid vastgestelde rentehobbel, welke aan werknemerszijde wordt verrekend. | ||||
Uitkering bij overlijden (NB: niet vanwege ongeval) | – | – | ||||
80-90-100-regeling | Artikel 79 | Artikel 79 lid 8 G4S AS zoekt aansluiting bij cao PB. | ||||
Arbeidstijdverkorting oudere werknemer | • De werknemer – zowel de fulltimer als de parttimer – heeft vanaf 1 januari 2021 recht op arbeidstijdverkorting: o Bij 60 jaar: 1 dag per jaar o Bij 61 jaar: 2 dagen per jaar o Bij 62 jaar: 3 dagen per jaar o Bij 63 jaar: 3 dagen per jaar o Bij 64 jaar: 3 dagen per jaar o Bij 65 jaar: 4 dagen per jaar o Bij 66 jaar: 5 dagen per jaar • Voor de fulltimer van 57 jaar en ouder die op 1 januari 2021 al recht had op arbeidstijdverkorting geldt: o Bij 57 jaar op 01-01-2021: 1 dag per jaar. o Bij 58 jaar op 01-01-2021: 2 dagen per jaar. o Bij 59 jaar op 01-01-2021: 3 dagen per jaar. o Bij 60 jaar op 01-01-2021: 4 dagen per jaar. o Bij 61 jaar op 01-01-2021: 5 dagen per jaar. o Bij 62 jaar op 01-01-2021: 6 dagen per jaar. o Bij 63 jaar op 01-01-2021: 7 dagen per jaar. o Bij 64 jaar op 01-01-2021: 8 dagen per jaar. o De arbeidstijdverkorting die de fulltime medewerker op 1 januari 2021 heeft, wordt pas verhoogd als de werknemer op basis van de nieuwe arbeidstijdverkortingsregels per 1 januari 2021 recht heeft op extra arbeidstijdverkorting. | Artikel 79 Analoge inhoud aan cao PB. De wijzigingen als gevolg van de invoering van de 80-90-100- regeling zijn nog niet opgenomen in de cao G4S AS. De bedoeling is ook hier dat G4S AS aansluit bij de cao PB. | ||||
Contractswisseling | Artikel 95A en artikel 95B • Verschil in bepalingen bij contractswisseling t/m 15.000 uur en contractswisseling bij meer dan 15.000 uur. • – • Nieuwer arbeidsovereenkomst bij verkrijgende partij arbeidsvoorwaarden komen overeen met vorige arbeidsvoorwaarden. | Artikel 90 en artikel 91 • Zelfde inhoud als bij cao PB. • – • Zelfde inhoud als bij cao PB. | ||||
Vakbondswerk in de onderneming | Artikel 102 | Artikel 98 Dezelfde inhoud als cao PB. | ||||
Verbijzonderde regeling arbeidsvoorwaarden Geld- en Waardelogistiek | Hoofdstuk 16 | – | ||||
SALARISTABELLEN
Opmerkingen vooraf
- Opgenomen zijn de salaristabellen op 31 december 2020. (tabellen van G4S 2022 zijn niet bekend).
- In de cao PB vindt per loonperiode 1 van 2021 en volgende jaren een periodieke loonsverhoging plaats.
- De cao G4S AS is afgelopen per 1 oktober 2020. Normaal gesproken volgt de cao G4S AS de cao PB voor wat betreft de structurele loonsverhogingen.
- De opgenomen salaristabellen zijn gelet op voorgaande de salaristabellen die gelden op 31 december 2020.
- De functiegroepen tussen de verschillende salaristabellen zijn niet per sé onderling vergelijkbaar. Een beveiliger kan in de ene cao bijvoorbeeld in schaal 2 worden geplaatst, terwijl dat in een andere cao een andere schaal is. Omdat een beveiliger bij G4S AS in schaal 2 zit en bij de cao PB in schaal 3, zijn deze schalen naast elkaar gezet.
- Werknemers van G4S AS hebben adv-dagen. Dat hadden werknemers die onder de cao PB vallen voorheen ook. De adv in de cao PB is afgeschaft,
wat toen heeft geleid tot een hoger uurloon. Het is goed om daar rekening mee te houden bij vergelijking van de uurlonen. - Ook werken de verschillende CAO’s met een andere FT urennorm. PB is 152 uur per 4 weken oftewel 164.66 uur per maand en G4S AS heeft een norm van 173.33 uur per maand. Een beveiliger in PB schaal 3 trede 5 heeft dus 13,56 x 164.66 = 2232,79 euro per maand en een beveiliger in G4S AS zit dan in schaal 2 trede 5 en heeft 12,44 x 173.33 = 2156.23 per maand
- Legenda: P = PB; G = G4S AS;
Functieschalen (uurloon in euro’s) | ||||||||||||
Per. | P-2 | G-1 | P-3 | G-2 | P-4 | G-3 | P-5 | G-4 | P-6 | G-5 | P-7 | G-6 |
0 | 11,96 | 11,26 | – | 11,26 | – | 11,34 | – | 11,59 | – | – | – | – |
1 | 12,23 | 11,26 | 12,49 | 11,26 | – | 11,67 | – | 11,92 | – | – | – | – |
2 | – | – | 12,76 | 11,45 | 13,03 | 12,00 | – | 12,25 | – | – | – | – |
3 | – | – | 13,03 | 11,78 | 13,29 | 12,33 | – | 12,58 | – | 13,27 | – | – |
4 | – | – | 13,29 | 12,11 | 13,56 | 12,65 | 13,82 | 12,91 | – | 13,60 | – | 13,85 |
5 | – | – | 13,56 | 12,44 | 13,82 | 12,98 | 14,09 | 13,24 | 14,36 | 13,93 | – | 14,18 |
6 | – | – | 13,82 | 12,76 | 14,09 | 13,31 | 14,36 | 13,56 | 14,62 | 14,26 | 15,15 | 14,51 |
7 | – | – | 14,09 | 13,09 | 14,36 | 13,64 | 14,62 | 13,89 | 14,89 | 14,58 | 15,42 | 14,84 |
8 | – | – | 14,36 | 13,42 | 14,62 | 13,97 | 14,89 | 14,22 | 15,15 | 14,91 | 15,68 | 15,17 |
9 | – | – | 14,62 | 13,75 | 14,89 | 14,30 | 15,15 | 14,55 | 15,42 | 15,24 | 15,95 | 15,49 |
10 | – | – | 14,89 | 14,08 | 15,15 | 14,63 | 15,42 | 14,88 | 15,68 | 15,57 | 16,22 | 15,82 |
11 | – | – | – | 14,41 | 15,42 | 14,96 | 15,68 | 15,21 | 15,95 | 15,90 | 16,48 | 16,15 |
12 | – | – | – | 14,74 | 15,68 | 15,28 | 15,95 | 15,54 | 16,22 | 16,23 | 16,75 | 16,48 |
13 | – | – | – | – | – | 15,61 | 16,22 | 15,87 | 16,48 | 16,56 | 17,01 | 16,81 |
14 | – | – | – | – | – | – | – | 16,19 | 16,75 | 16,89 | 17,28 | 17,14 |
15 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 17,21 | 17,56 | 17,47 |
16 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 17,84 | 17,80 |
17 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 18,12 |
18 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | 18,22 |